Hoeveel kerstkransjes hangen er in de boom? vraagt Katinka. Ga ze maar tellen, zegt mama. Katinka wijst naar de koekjes: één, twee, drie, vier, vijf. Boven in de boom ziet ze er nog een: dat is zes! En aan de zijkant hangen er een paar: zeven, acht, negen, tien! telt Katinka. Dan stoot Katinka per ongeluk tegen een kerstbal. Hij valt op de grond, maar hij is niet kapot. Katinka wil de bal weer in de boom hangen. Maar er zit geen haakje meer aan.Ze zoekt. Het haakje is weg. Weet je wat? zegt mama. We eten een kerstkransje op. En dan gebruiken we het haakje van het kerstkransje om de kerstbal weer op te hangen!Maar dat mag niet van papa! zegt Katinka. Het is toch nog geen kerst! Nee, zegt mama. Maar denk je dat papa het merkt? Papa heeft de koekjes toch niet geteld? Nee, papa heeft ze niet geteld, denkt Katinka. Katinka zoekt een kerstkransje uit dat niet zo erg opvalt. Eentje die een beetje achteraan hangt. Ze haalt het kerstkransje van het haakje en hangt de kerstbal weer in de boom. Katinka wil het niet alleen opeten. Ze breekt het doormidden en geeft de helft aan mama. We moeten niet knoeien, zegt mama. Want dan ziet papa de kruimels! Wat een lekker koekje is het! Het is extra lekker omdat het nog geen kerst is en het eigenlijk nog niet mag. Katinka en mama hebben het koekje net op als papa de kamer binnenkomt. Ze lachen een beetje. Is er iets? vraagt papa. Hij kijkt naar de kerstboom. En dan kijkt hij naar Katinka en mama. Zou papa het zien?We lachen zomaar een beetje, zegt mama. Katinka houdt haar adem in. Maar papa zegt niets. Hij haalt zijn schouders op en gaat een mandarijntje eten. Zou papa het gezien hebben? Of niet?

© Rian Visser, deze tekst mag niet zonder toestemming van de auteur verspreid worden, www.borisenkatinka.nl